Bijdrage Judith Klokkenburg bij debat over stadsvernieuwing Dreven, Gaarden en Zichten

Judith Klokkenburgwoensdag 02 februari 2022

Voorzitter, vandaag spreken we over een belangrijk en vergaand besluit dat veel invloed heeft op de levens van de mensen in de Dreven, Gaarden en Zichten, we hebben het van de diverse insprekers vanochtend gehoord. Dat een deel van de portiekflats toe is aan vervanging, dat ga ik hier niet ontkennen. Mensen die niet kunnen wachten tot ze een betere, gezonde woning krijgen en ook de buitenruimte en het voorzieningenniveau kunnen wel een oppepper gebruiken.

Tegelijkertijd is er ook de andere kant van het verhaal. Enorme verdichting en grotere druk op buitenruimte en voorzieningen. Bewoners zijn bezorgd wat ze straks terugkrijgen, wie hun buren worden, hoeveel ze voor hun nieuwe woning, parkeerplek en servicekosten moeten betalen en hoeveel zo’n verhuizing gaat kosten. En de mensen die in de grondgebonden woningen wonen willen het liefst in hun huis met tuin blijven wonen. Voor mij is het belangrijk dat we aan deze mensen recht doen en écht naar hen luisteren. 

En ook mijn spreektijd is beperkt, dus ik sluit me allereerst aan bij de vragen die gesteld zijn over staatssteun en de vragen nav het Didam-arrest, over OV, deelvervoer en de bewonerscommissies.

Woningaanbod

Voorzitter, ik noemde het al in mijn inleiding, vooral de mensen in de grondgebonden woningen keren zich tegen de sloop, omdat het erop lijkt dat ze geen vergelijkbare woning terugkrijgen. In de tabel in het projectdocument staat geen enkele grondgebonden woning aangemerkt voor de (sociale) huursector. Voor mijn fractie een onbegaanbare weg. Kan de wethouder hier meer duidelijkheid over geven? Wanneer wordt duidelijk of en zo ja hoeveel grondgebonden (sociale) huurwoningen er worden gebouwd? Ik lees dat er wel een aantal woningen komen voor gezinnen met een eigen buitenruimte, maar is dit ook in het goedkopere, het sociale huursegment? Ik hoor het graag.

Voorzitter, allereerst over de grotere sociale woningen voor gezinnen. In het projectdocument wordt de situatie iets rooskleuriger voorgespiegeld dan deze in werkelijkheid is. Er staat dat van de zoekende huishoudens ongeveer 1,1% een groot gezin is, maar daarbij is gekeken naar het percentage gezinnen wat uiteindelijk een woning heeft gevonden en niet naar het totaal aantal woningzoekende grote gezinnen. Ik moet in de beantwoording van de technische vragen van de SP lezen dat grote gezinnen gemiddeld 84 (!) maanden moeten wachten op een huis, langer dan gemiddeld. Waarom worden er daarom niet meer grotere woningen gebouwd? Ik hoor het graag van de wethouder.

Vz, er worden veel studio’s gepland. Ik heb het al eerder gezegd: niemand, behalve studenten, zit te wachten op een studio. Waarom zijn de gebouwde studio’s niet geoormerkt als studentenwoning? Er wordt steeds gesproken over dat er behoefte is, maar nergens zie ik de onderbouwing. Kan de wethouder die ons alsnog doen toekomen? 

Terugkeer van huidige bewoners

Voorzitter, de beantwoording van de vragen en het projectdocument zelf hebben meer informatie gegeven over de terugkeergarantie. Toch heb ik nog een aantal vragen.

Het is goed om te lezen in de afdoening van onze motie dat er wordt geprobeerd om zoveel mogelijk maatwerk te leveren als inkomen of gezinssamenstelling verandert nadat een actiegebiedaanwijzing is afgegeven. Maar onze motie was breder. Er leven onder bewoners zorgen dat ze geen vergelijkbare woonruimte krijgen met hun huidige woonlasten, zeker als mensen fluctuerende woonlasten hebben, bijvoorbeeld omdat ze ZZP’er zijn. Hoe wordt daar rekening mee gehouden? Ik zie dat onvoldoende terug.

Daarnaast maak ik mij zorgen over het behoud van sociale cohesie in de buurt. Ik begrijp niet goed hoe de wethouder ervoor wil zorgen dat dit behouden blijft. Ik lees dat ‘om te borgen dat bewoners bij elkaar kunnen blijven wonen (…) zij op het moment dat gestart wordt met de ontwikkeling van het complex (zij) erbij (worden) betrokken’. Wat wordt hier precies mee bedoeld? Hoe gaat dit ervoor zorgen dat mensen bij elkaar kunnen blijven wonen? 

Voorzieningen

Voorzitter, dan over de voorzieningen. Er komen op een klein stukje Den Haag veel woningen en dus veel mensen bij, wat zorgt voor een grote druk op voorzieningen en het groen. Zo’n enorme verdichting, tot 421% in de Zichten heeft zulke grote gevolgen, waarvoor de voorzieningen nog onvoldoende gerealiseerd kunnen worden. Daarover maak ik mij grote zorgen. Er is overduidelijk nu al behoefte aan kinderdagverblijven, BSO’s en peuterspeelzalen maar ik lees te weinig concrete plannen om dit ook daadwerkelijk te realiseren. En dan heb ik het alleen over de maatschappelijke voorzieningen die nodig zijn op basis van de referentienormen. De roep om een HAVO/VWO klinkt al jaren luid, waarom wordt hier niet meer vaart mee gemaakt? En ik ben ook teleurgesteld dat er geen concrete plannen zijn voor een nieuw buurthuis. Er zijn allerlei losse initiatieven die allemaal een andere doelgroep moeten aanspreken, maar een volwaardig buurthuis verbindt juist mensen met elkaar, waarom zie ik dit niet terug? En waarom wordt de Leefbaarheideffectrapportage niet ingezet? 

Voorzitter, als ik de beantwoording van onze vragen lees dan ben ik ook niet gerust op voldoende betaalbare bedrijfsruimte. Afgelopen week was het weer in het nieuws: huisartsen hebben moeite met het vinden van voldoende betaalbare praktijkruimte. Hoe gaat de wethouder ervoor zorgen dat het huurniveau in de genoemde blokken ook echt lager wordt? En wat is de definitie van een lager huurniveau? Ik hoor hier graag meer over. Daarnaast lees ik hier voor het eerst dat de plintenstrategie alleen in het CID geldt. Waar komt dit opeens vandaan? Waarom geldt de strategie niet voor alle nieuwbouw?

Beschermd stadsgezicht

Voorzitter, allereerst over het preadvies van de welstands- en monumentencommissie. Zij roepen nadrukkelijk op tot een cultuurhistorische analyse. Nu is die afgelopen zomer eindelijk uitgevoerd, maar heeft geen invloed gehad op de nota van uitgangspunten. Voorzitter, ik vind het een zeer kwalijke zaak dat er eerst plannen komen, en daarna pas gekeken wordt naar de cultuurhistorische waarde.

Voorzitter, over de precedentwerking. Op dit vlak spreken de gemeente en de welstandscommissie elkaar tegen. Ik citeer uit het DSO-advies: “Verder is het zo dat precedentwerking alleen kan ontstaan als er sprake is van sterk vergelijkbare situaties”, terwijl de welstandscommissie zegt “De conclusie uit de NvU en eerdere analyses van DSO dat de beschermde status moet worden ingetrokken, schept bovendien een gevaarlijk precedent voor Den Haag en voor Nederland. Als een buurt met een beschermde status niet verbeterd kan worden en aangepast aan de opgaven van deze tijd zonder grootschalige sloop en volledige typologische transformatie, dan zijn alle andere wederopbouwbuurten kansloos, vogelvrij en rijp voor de sloop”. Hoe verhouden deze twee citaten zich tot elkaar? Kan de wethouder aangeven waarom er volgens DSO geen sprake is van “sterk vergelijkbare situaties”? 

Voorzitter, het beschermd stadsgezicht bestaat uit verschillende lagen. Ziet de wethouder op enige manier nog mogelijkheden om in ieder geval een gedeelte van dit beschermd stadsgezicht te behouden?

Voorzitter, concluderend denk ik dat de stadsvernieuwing in dit gebied recht kan doen aan de Dreven, Gaarden en Zichten en de mensen die er wonen, maar dan moeten er wel nog een aantal zaken veranderen. 

Labels

« Terug

Reacties op 'Bijdrage Judith Klokkenburg bij debat over stadsvernieuwing Dreven, Gaarden en Zichten'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.