Omgevingsvisie 2050: een bloeiende stad
De Omgevingsvisie is het toekomstbeeld voor onze stad. Bijna 200 jaar geleden stelde Groen van Prinsterer al de vraag: Streeft de overheid met regelmatige voortgang naar een goed gekozen doel? Het is goed om die vraag te stellen, helemaal als we met dit voorstel doorkijken naar het Den Haag van 2050. Lees hier mijn bijdrage en onze inzet in de gemeenteraad.
De ChristenUnie/SGP gelooft in een bloeiende stad. Een Den Haag waar mens, natuur en economie kunnen bloeien. Voor mijn fractie betekent dat, dat Den Haag in 2050 minder gesegregeerd is, niemand op straat hoeft te slapen en iedereen een goede boterham kan verdienen op een duurzame manier. Een stad die ingericht is op ontmoeting, waar we bouwen aan gemeenschappen en zorgen voor het collectief. Daar moet deze Omgevingsvisie naartoe sturen. Ik ga in op drie punten.
Ten eerste, ik noemde het net al, ook de bloei van de economie is belangrijk. We zeggen het vaker: “Den Haag heeft 44 wijken, maar slechts 1 Haven.” Die Haven moeten we koesteren, en ook in 2050 een economische motor voor onze stad zijn. Dat staat nu niet klip en klaar in de Omgevingsvisie, daarom een amendement om de economische betekenis van de Haven op langere termijn te versterken.
Ten tweede. Om te bouwen aan gemeenschappen, is het broodnodig het voorzieningenniveau op peil te houden. Een instrument dat op een handige manier het voorzieningenniveau meet, in kaart brengt én de impact van nieuwe projecten laat zien, is de LeefbaarheidsEffectRapportage. Dit instrument staat de laatste vier coalities al in het coalitieakkoord en is alweer een jaar geleden aan de gemeente aangeboden. De raad heeft besloten die voor de hele stad inzichtelijk te laten maken. Toch is dat nog steeds niet gebeurd. Om ervoor te zorgen dat de Omgevingsvisie in lijn is met het eerder aangenomen amendement van de raad en we het voorzieningenniveau goed in kaart brengen, dien ik een amendement in om dat te regelen.
Ik wil afronden met de bloei van mensen. Onze stad kent een enorme diversiteit aan geloofsgemeenschappen, meer dan 250. Ze zijn van ongekend belang voor onze Haagse samenleving. Al die levensbeschouwelijke organisaties ontbreken echter compleet in deze Omgevingsvisie, en dat is jammer. Collega Van Vliet is daar in het commissiedebat op in gegaan.Al eerder vroegen we het college om de ruimtevraag die er is bij levensbeschouwelijke organisaties mee te wegen bij herontwikkelingen en daartoe een norm op te stellen. Het college heeft aangegeven de nadenkplicht die geldt voor ruimte voor levensbeschouwelijke organisaties verder uitgewerkt zal worden in de diverse gebiedsvisies. Wij zien uit naar die uitwerking en we zullen dat te zijner tijd goed volgen. Want als levensbeschouwelijke organisaties de ruimte krijgen om verschil te maken, komt de stad als geheel tot bloei.
