Een einde aan dak- en thuisloosheid in 2030

Beeldbank dak- en thuisloosheid
Judith
Door Judith Klokkenburg op 31 augustus 2023 om 17:05

Een einde aan dak- en thuisloosheid in 2030

Vandaag bespraken we het beleidskader dak- en thuisloosheid, waar de ambitie in staat om in 2030 een einde te hebben gemaakt aan dak- en thuisloosheid. Het beleidskader is een stap vooruit, maar het is nog onvoldoende om die ambitie te realiseren. Lees hier de bijdrage van onze fractievoorzitter Judith Klokkenburg:

We kunnen er als stad niet omheen: steeds meer mensen verblijven en slapen op straat, ondanks de al jarenlang aanwezige ambitie dat niemand op straat slaapt. Een EU-arbeidsmigrant die op straat belandt na het verliezen van werk en dus woning, een jonge vrouw die bankhopt en haar netwerk heeft uitgeput of een oudere man die bij zijn zieke moeder woont omdat hij geen eigen plek heeft en bij haar overlijden op straat belandt. De groep dak- en thuisloze mensen is zeer divers en er gebeurt nog onvoldoende om hen echt te helpen. Dit beleidskader is een stap vooruit, maar zowel het probleem als de weg naar de oplossing zijn onvoldoende scherp. Er moet wat de ChristenUnie/SGP een tandje bij.

Daarom is het goed dat de coördinerend wethouder arbeidsmigranten en volkshuisvesting ook aanwezig is. Wat de ChristenUnie/SGP betreft is dak- en thuisloosheid met name een huisvestingsprobleem en ook vooral een probleem van het hele college en kunnen en moeten we dat samen oplossen. 

Probleem in beeld 

De ChristenUnie/SGP hecht er waarde aan dat we het probleem van dak- en thuisloosheid goed in beeld hebben. Met enige verbazing heeft mijn fractie daarom kennisgenomen van de factsheet dakloosheid. Die verdient de term ‘factsheet’ niet. Niemand in het veld gelooft dat er maar 30 buitenslapers zijn. Het GGD-evaluatierapport PWO 2021 had het over 40 buitenslapers en minder is het niet geworden. Informeer je bij onze straatteams en ervaringsdeskundigen dan liggen de schattingen veel hoger, ook die van arbeidsmigranten. Erkent de wethouder dat het weergegeven beeld beperkt is? En hoe reflecteert de wethouder daarop?  

Juist omdat de cijfers niet kloppend lijken is een goede telling van de doelgroep zoals ETHOS doet zo belangrijk. Toen mijn fractie daar afgelopen november aandacht voor vroeg, zei de wethouder letterlijk “In het Nationaal actieplan dak- en thuisloosheid van het kabinet wordt ingezet op monitoring via de ETHOS Light- definitie. Dat gaan we ook meenemen in de actualisatie van ons beleid en ons plan”. Maar tot mijn grote verbazing neemt de wethouder juist afstand van een dergelijke telling. Want het percentage aantal meldingen daklozenloket 2022 in percentages verdelen over de ETHOS-definities betekent niet dat we die groep ook echt in beeld hebben. Daarom, wil de wethouder de ETHOS-telling alsnog uit gaan voeren in Den Haag?  

Een dergelijke telling maant ook juist de regio tot actie, en heeft op meerdere manieren dus meerwaarde.  

Housing first 

Dan over de omslag naar wonen eerst: het huisvestingsprobleem. Er worden verschillende sporen ingezet in dit plan, maar het concrete hoe, wat en wanneer blijft nog vaag. De Henri Faasdreef is al meer dan een jaar geleden opgeleverd en daarna is het angstvallig stil gebleven. Wanneer kunnen we het doorbraakplan derde tranche verwachten? En kan de wethouder een update geven over de vaste plek voor de permanente winteropvang en wkr? 

Wat de ChristenUnie/SGP betreft gaan we vol voor wonen eerst, maar realiseren we tot die tijd de 24uurs opvang voor wie dat nodig heeft, zoals geformuleerd in het eerdere Tienpuntenplan alsnog. Er komt permanente opvang, ook buiten de winter. Barka kan daar tijdelijk EU-arbeidsmigranten een plek geven zodat die tot rust kunnen komen en terug naar werk worden geholpen of met terugkeer naar land van herkomst. Dat is een uitdrukkelijke wens van Barka, gaat de wethouder deze specifieke opvang realiseren en voor hoeveel mensen?  

Monitoring 

Om de omslag naar wonen eerst echt waar te maken moeten we onszelf wel concrete doelen stellen. Ik zie die onvoldoende in het stuk. Ik lees 40 benodigde plekken voor paradijsvogels, ik zie 313 convenantwoningen, maar welke doelen stelt het college zichzelf nog meer, hoeveel housing first etc? Kunnen we per kopje en plan van dit beleidskader een halfjaarlijkse rapportage krijgen inclusief de financiële uitgaven? Dan houden we grip of de juiste middelen ook echt besteed worden aan een einde aan dak- en thuisloosheid. 

Graag zouden we de monitoringsfuncties aanvullen, bijvoorbeeld met gerealiseerde sociale huur, wachttijd en wachtlijst, aantal gerealiseerde convenantwoningen, aantal gerealiseerd housing first, uitstroompercentage en wat voor uitstroom uit de opvang. Zou de wethouder deze willen toevoegen aan bijlage 3? 

Het is daarbij ook belangrijk om te realiseren dat niet iedereen direct een sociale huurwoning nodig heeft. Alleen een huis kan ook nog een te grote stap zijn. Er zijn ook een aantal particuliere initiatieven zoals Kamers met Aandacht en Onder de Pannen. Hoe worden deze initiatieven ondersteund, hoeveel aanbod is er en welke stappen zetten we om dat aanbod te vergroten? Kunnen we daar ook periodiek updates van krijgen?  

Preventie en zorg 

Dan preventie. Hoe gaat dit beleidskader ook aansluiten bij de preventieaanpak die is aangekondigd? En gaan we voor dreigende dak- en thuisloosheid spoed-wmo procedures inzetten en financiële hulp gemakkelijker bereikbaar maken, aansluitend bij de inspraak van de Kessler-stichting? En is de wethouder volkshuisvesting bereid om bij woningcorporaties af te dwingen dat weeskinderen – hoe oud dan ook - niet noodgedwongen het huis uit moeten als de ouders cq de hoofdhuurder van een woning overlijdt? Mijn voorganger Grinwis heeft hiertoe in de Tweede Kamer een initiatiefwet ingediend, maar daarop vooruitlopend zouden we dit lokaal al wel kunnen regelen.   

Ook de zorg voor dak- en thuisloze mensen moet beter. In onze schriftelijke vragen stelt het college dat er met betrokken partijen wordt bekeken hoe de zorg beter kan, maar ik heb begrepen dat dat overleg nog niet heeft plaatsgevonden. Klopt dat? Daarnaast is het bijvoorbeeld voor de Straatdokters elk jaar weer de vraag of er financiering is. Kunnen we die zorg structureel borgen? 

Wat de ChristenUnie/SGP betreft moet de GGD meer regie nemen in de screening van dak- en thuisloze mensen. De kennis bij het Daklozenloket is hiervoor onvoldoende en er zijn nu veel mensen die zonder de juiste zorg op straat zijn. Ook vragen wij ons af of de expertise aanwezig is om een vermoeden van LVB in te schatten om de SCIL-test af te nemen. Kan de GGD het screenen van dak- en thuislozen standaard op zich gaan nemen? In andere G4-steden is de rol van de GGD groter en pro-actiever. 

Tenslotte. Dit plan valt of staat met de uitvoering. Regelmatig horen we signalen dat kennis op het stadhuis en bij het Daklozenloket onvoldoende is. Dit vraagt ook een omslag in denken van Wmo-case managers die een spoedprocedure behandelen en begrijpen dat de juiste interventie dakloosheid kan voorkomen. Maar ook corporaties, de politie, jeugdzorginstellingen en de afdeling wonen. Hebben de wethouders wonen en arbeidsmigranten en de wethouder preventie zich ook aan dit plan gecommitteerd? Is de ambitie van een einde aan dak- en thuisloosheid in 2030 de basis bij het opstellen van de nieuwe Woonvisie? En is de wethouder stedelijke ontwikkeling gecommitteerd? Is deze bijvoorbeeld bereid om bij ruimtelijke ontwikkelingen meer te sturen op de realisatie van woningen voor dakloze mensen?  Alles is nodig om het doel, een einde aan dak- en thuisloosheid in 2030, te halen!