Scheveningen haven.jpg
  1. Scherm­afbeelding 2025-05-23 om 12.49.50.png
    Judith
    Door Judith Klokkenburg op 23 mei 2025 om 09:00

    Zoek naar vrede in de stad

    Wat er op en na 7 oktober 2023 is gebeurd in Israël en Gaza raakt ons diep.  
    De beelden van afschuwelijk geweld en grote aantallen onschuldige slachtoffers grijpen ons dagelijks aan.  En hoewel deze oorlog ver weg van Den Haag plaatsvindt, is de pijn, woede en onmacht hier voelbaar in onze stad. Ook ik voel dat. 

    Lees meer over "Zoek naar vrede in de stad"
  2. Schermafbeelding 2025-05-22 110915.png
    Judith
    Door Judith Klokkenburg op 22 mei 2025 om 23:00

    Meer aandacht voor mensenhandel in hotels

    Hotels worden nog te vaak gebruikt door mensenhandelaren om vrouwen, meisjes, mannen en jongens illegaal te laten prostitueren. Daarom wil de ChristenUnie/SGP dat hotelpersoneel beter getraind wordt om dit te herkennen. Fractievoorzitter Judith Klokkenburg: “Het is vreselijk als kwetsbare meisjes of jongens op welke manier dan ook uitgebuit worden, dat moeten we hard aanpakken en alles voor inzetten. Als hotelpersoneel signalen van mensenhandel en uitbuiting kan herkennen en melden, zetten we weer een stap om uitbuiting te voorkomen.”  

    Lees meer over "Meer aandacht voor mensenhandel in hotels"
  3. image00002.jpeg
    Door Webredactie op 7 mei 2025 om 10:00

    Judith Klokkenburg voorgedragen als kandidaat-lijsttrekker

    De besturen van de Haagse ChristenUnie en de SGP dragen huidig fractievoorzitter Judith Klokkenburg voor als lijsttrekker voor de gemeenteraadsverkiezingen van 18 maart 2026. Judith was de afgelopen 4 jaar al fractievoorzitter en krijgt opnieuw het vertrouwen van beide besturen. Monique Rog: “Een zeer kundig, betrokken en bevlogen raadslid wil door: daar zijn wij ongelooflijk dankbaar voor”.  

    Lees meer over "Judith Klokkenburg voorgedragen als kandidaat-lijsttrekker"

Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Geneesmiddelenbeleid

woensdag 06 november 2019 00:00

Bijdrage Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met minister Bruins voor Medische Zorg

Kamerstuknr. 29477

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dat is het allerbelangrijkst, voorzitter. De afspraken met de farmaceuten over prijsverlagingen werpen hun vruchten af. De uitgavenverlaging als gevolg van de financiële arrange-menten was in 2018 272 miljoen euro en dat was twee keer zo veel als het jaar daarvoor. Tegelijkertijd zien we dat we desondanks elk jaar fors meer betalen voor deze categorieën geneesmiddelen. Het is dan ook goed dat de Minister farmaceuten blijft aanspreken op hun verantwoordelijkheid, zeker als zij de positie van weesgeneesmiddelen gebruiken voor exorbi-tante prijsstijgingen. Collega’s hebben daar ook al over gesproken. Hoe staat het in dat licht met de aanvullende beschermingscertificaten, is mijn eerste vraag aan de Minister.

Het is goed dat de Minister actie onderneemt om geneesmiddelentekorten te voorkomen. Hij wil een ijzeren voorraad van vijf maanden aanleggen. Dit brengt echter wel kosten met zich mee en bovendien kost het tijd om een voorraad op te bouwen. Hoe wil de Minister voorkomen dat er extra tekorten ontstaan als ook andere landen voorraden gaan opbouwen en we misschien wel gaan concurreren met elkaar? De ijzeren voorraad biedt voor 85% van de geneesmiddelen een oplossing, maar voor 15% dus niet. Welke oplossingen ziet de Minister om tekorten bij die 15% te voorkomen? We moeten voorkomen dat er voorraden worden aangelegd van middelen waarvoor dit niet nodig is. Dat werkt ook verspilling in de hand. Is de Minister bereid om nog eens te kijken of een voorraad van vijf maanden echt voor alle middelen nodig is?

Voorzitter. Ik kom als vanzelf op het thema verspilling. Ik begrijp dat een middel vaak niet meer verhandeld wordt als de houdbaarheidstermijn korter dan een jaar is. Het is goed dat de Minister naar deze termijn kijkt en ook kijkt of aanpassing mogelijk is. Aan welke houdbaarheidstermijn denkt hij dan? Wat betreft de verspilling van medicijnen kunnen we volgens mij nog meer doen. Zeker bij dure en gevaarlijke middelen moet er een prikkel zijn om deze terug te brengen als ze door de patiënt niet meer worden gebruikt. Is de Minister bereid om te kijken naar een vorm van beloning als medicijnen worden teruggebracht naar de apotheek? Het is mooi dat de Minister met een nieuw beleidskader voor voorwaarde-lijke toelating komt voor middelen waarvoor het lastiger is om de effectiviteit te bewijzen, bijvoorbeeld omdat de groep patiënten relatief klein is. Eerder heb ik samen met mijn collega mevrouw Dijkstra een motie ingediend met een verzoek om te kijken hoe de werkwijze van het Zorginstituut beter kan aansluiten op de beweging van personalized medicine. Ik ben blij dat het Zorginstituut nu ook maatwerk in onderzoek mogelijk maakt. Bij de onderzoeksduur moet vooraf gekozen worden voor zeven jaar of voor veertien jaar. Volgens mij is wisselen in die termijnen niet mogelijk. Mijn fractie vindt dat erg rigide, zeker als je bij kleine groepen van tevoren niet precies weet hoeveel tijd er nodig is. Ziet de Minister mogelijkheden voor meer flexibiliteit?

Een heel ander onderwerp is de medicinale cannabis. Ik heb al vaker aandacht gevraagd voor de grote hoeveelheden medicinale cannabis die Nederland exporteert, vaak veel meer dan de norm die het Bureau voor Medicinale Cannabis, BMC, zelf hanteert. De norm is 100 kilo per jaar en dan voor maximaal drie jaar. In 2019 en 2020 exporteren we 2.500 kilo naar Duitsland. De omzet van het bureau was in 2018 begroot op 1,9 miljoen euro, maar kwam uit op 16,8 miljoen euro. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de export hierbij een belangrijke factor is. Laten we dan ook zorgen dat de winst die het BMC hiermee maakt weer wordt geïnvesteerd in goed onderzoek naar de werking van medicinale cannabis. Ik heb begrepen dat dat nog iet echt van de grond komt, bijvoorbeeld waar het gaat om de zorg voor zeer kwetsbare jonge kinderen. De Kamer heeft daar met steun van mijn fractie een motie over aangenomen. De ontwikkeling van meer variëteiten voor meer groepen patiënten vindt mijn fractie van belang en uiteindelijk ook een lagere prijs voor de Nederlandse patiënt. Op deze manier kunnen we de discussie over thuisteelt bovendien overbodig maken, zeg ik er maar even bij. Voorzitter, hoe veel tijd heb ik nog?

De voorzitter: U hebt nog vier seconden.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Oké. Dat is niet heel veel. Dan laat ik mijn vraag over de opioïden, waar door andere mensen ook al vragen over zijn gesteld, liggen voor de tweede termijn. Tot slot. Er is afgesproken dat een grote groep patiënten het middel Spinraza vergoed krijgt. Ze wachten nu al geruime tijd tot de behandeling kan starten. Kan de Minister toezeggen dat dit echt op 1 januari 2020 gaat gebeuren? Voorzitter. Dank u wel voor de coulance.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Carla Dik
Zorg, Welzijn & Sport

« Terug

Archief > 2019 > november